hernia umbilicalis
[vc_toggle title=”Klachten en symptomen” el_id=”1472550260687-af337be0-774c”]Een navelbreuk is een zwakke plek in de buikwand. Daardoor komt er wat buikvet naar buiten. Als de breuk groot is komt er ook darm naar buiten. De navel ziet eruit als een bult.
Een navelbreuk komt bij baby’s vrij vaak voor. Meestal is de navelbreuk aangeboren, maar de breuk kan ook in het eerste levensjaar ontstaan. Dit gebeurt wanneer het navellitteken niet stevig genoeg is. Het is een onschuldige aandoening. Bij baby’s geneest een navelbreuk meestal binnen drie jaar vanzelf.
Ook volwassenen kunnen een navelbreuk krijgen. Dit gebeurt als de buikwand verslapt is, bijvoorbeeld door overgewicht, zwangerschap of zwaar lichamelijk werk. Bij volwassenen groeit de breuk niet meer dicht.
De dag na de operatie mag u weer douchen, baden mag weer wanneer de hechtingen verwijderd zijn.
Na het douchen de wond voorzichtig droogdeppen.
Bij hoesten en niezen kunt u eventueel tegendruk op de wond geven, door de hand op de wond te leggen.
Wanneer u zich goed voelt kunt u uw werkzaamheden hervatten.
Tot zes weken na de ingreep mag u niet zwaar tillen.[/vc_toggle][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”1/2″ css=”.vc_custom_1472550677866{margin-left: 20px !important;border-top-width: 2px !important;border-right-width: 2px !important;border-bottom-width: 2px !important;border-left-width: 2px !important;padding-top: 40px !important;padding-right: 40px !important;padding-bottom: 40px !important;padding-left: 40px !important;border-left-color: #f3f3f3 !important;border-left-style: solid !important;border-right-color: #f3f3f3 !important;border-right-style: solid !important;border-top-color: #f3f3f3 !important;border-top-style: solid !important;border-bottom-color: #f3f3f3 !important;border-bottom-style: solid !important;border-radius: 2px !important;}”]
Navelbreuk wordt behandeld binnen het vakgebied
Bij deze chirurgen kunt u terecht voor een behandeling van navelbreuk
- Dr. R. A. Droog
- D. A. Hess
- C. Hoff
- E. H. Jutte
- M. Kaijser, fellow GE-chirurgie
- Dr. P. Klinkert
- S. A. Koopal
- R. Looijen
- E. J. Mulder
- A. V. E. Munzebrock
- Prof. dr. J. P. E. N. Pierie
- Dr. D. B. W. de Roy van Zuidewijn
- C. G. B. M. Rupert
- Dr. E. R. E. Totté
- Dr. P. H. J. Veldman
- O. R. M. Wikkeling
- F. Wit