Artikel: Friesch Dagblad – 3 juni 2017 – Sippie Miedema
Ouderen die na een val iets breken, zijn beter af als ze níét met spoed worden geopereerd. Door langer te wachten, kan de gezondheid beter worden gescreend en is er minder kans op complicaties.
Leeuwarden | Het MCL heeft voor deze ouderen een Trauma Unit opgericht. Het ziekenhuis houdt continu een bed beschikbaar voor deze groep ouderen.
Of het puur een gevolg is van de vergrijzing, door de wetswijzigingen die ouderen langer zelfstandig laat wonen of doordat ouderen op hogere leeftijd actief blijven, laten unit- hoofd Benno Hering en chirurg Arvid Munzebrock maar even in het midden, maar het MCL heeft het steeds drukker met ouderen die bij een val- partij iets breken. Landelijke cijfers onderstrepen dat beeld: in tien jaar tijd is het aantal 65-plussers dat na een val in het ziekenhuis belandt met 40 procent gestegen.
Van botbreuken in het algemeen hebben de twee heren geen cijfers paraat. Maar voor heupfracturen heeft Munzebrock de cijfers wel in zijn hoofd zitten. In het verleden telde het ziekenhuis jaarlijks 200 tot 250 mensen met een heupfractuur. Vorig jaar waren dat er al 330. ,,De verwach- ting is dat we in 2020 op vierhonderd mensen met een heupbreuk uitko- men”, aldus Munzebrock.
Met name voor kwetsbare ouderen is een valpartij gevaarlijk. Bij een heupfractuur is bekend dat ongeveer 30 procent van de patiënten binnen een jaar na de valpartij overlijdt. Munzebrock: ,,Mensen komen niet terug op hun oude niveau, bewegen te weinig en komen in een sociaal isolement terecht. Als ze alleen wonen, kan het zijn dat ze slecht voor zichzelf zorgen. Het is een neerwaartse spiraal, waardoor ze uiteindelijk ook vatbaarder worden voor infecties en longontstekingen.”
Een valpartij staat meestal niet op zichzelf, aldus de chirurg. ,,Soms komt het door een slechte conditie of worden ze duizelig door de hart- of bloeddrukmedicijnen. Als ouderen zichzelf niet meer vertrouwen en daardoor minder bewegen, zie je ook dat er sprake is van spierafname waardoor de kans om vaker te vallen juist weer toeneemt.”
Minder complicaties
Aanvankelijk gold het nieuwe proto- col alleen voor mensen met een gebroken heup. ,,Nu we merken dat de nieuwe werkwijze inderdaad leidt tot minder complicaties, hebben we het doorgetrokken naar alle patiënten met botbreuken”, aldus Hering.
Het belangrijkste verschil is dat ouderen niet meer met spoed geopereerd worden. Want ‘spoed’ klinkt wel goed, maar in de praktijk betekent het dat de ouderen meer risico lopen op complicaties. ,,Een heupbreuk is niet levensbedreigend en in de praktijk zie je dat andere, wel levensbedreigende operaties, dan voorgaan. De kwetsbare oudere die dan op zijn of haar operatie wacht, moet in die tijd wel nuchter blijven. Soms kunnen ze dan pas om elf uur ’s avonds terecht kunnen op de ok. Ze hebben dan een hele dag niets gege- ten en dat vergroot de kans op verwardheid.”
Nu is het de afspraak dat de eerste acute operatie van de dag in principe wordt gereserveerd voor een heupbreuk. De patiënt hoeft dan niet meer een hele dag voor niets met een lege maag te wachten. In de tijd waarin is gewacht heeft de patiënt pijnstilling gekregen. Op de avond voor de operatie heeft hij of zij bovendien nog een maaltijd met extra voedings- supplementen gekregen.
Daarbij is er sprake van teamwerk. De geriater schat het risico op post-operatieve problemen in en kijkt naar de medicatie van de patient. De anesthesioloog kijkt of er sprake is van nog onbekende aandoeningen die bij een operatie voor complicaties kunnen zorgen, zoals nier-, long- of hartproblemen. De diëtist bekijkt of er sprake is van ondervoeding. ,,Je kunt iemand wel opereren, maar als bijvoorbeeld zijn eiwitgehalte te laag is, krijg je geen goede wondgenezing. Dat kan weer leiden tot infecties. Dat wil je niet, zeker niet bij kwetsbare ouderen.”
Aanspreekpunt
Een andere belangrijke ontwikkeling is dat de patiënt vanaf de spoedeisende hulp tot het moment van vertrek één aanspreekpunt hebben. Een physician assistant overlegt met de specialisten, geeft uitleg aan de patiënt en de familie en regelt het vertrek thuis. ,,We zijn nu één persoon hiervoor aan het opleiden, maar binnenkort gaan we nog iemand klaarstomen voor dit werk”, aldus Hering.
Vanwege de toenemende zorgvraag heeft Hering ook een derde nachtverpleegkundige aangesteld. Verder mogen familieleden voortaan blijven slapen, als dat beter is voor de patiënt. Dit heeft vaak een rustgeven- de werking en daarmee kan een delier (extreme verwardheid, red.) worden voorkomen. ,,Zo’n delier gaat weer over, maar de patiënt wordt er niet beter van. De patiënt herkent familie niet meer, is opstandig, niet corrigeerbaar, heeft de neiging uit bed te stappen. Daar heb je als verpleegkundige echt de handen vol aan. En als iemand ooit een delier heeft gehad, is de kans groter dat het nog een keer gebeurt.”
De nieuwe werkwijze kon worden toegepast vanwege het hoge aantal kwetsbare ouderen met botbreuken. ,,Wij kunnen hiervoor een speciale afdeling inrichten en operatietijd reserveren”, benadrukt Munzebrock. ,,Dat lukt niet als de patiëntaantallen te laag zijn. Dat het in het MCL nu goed is geregeld, wil niet zeggen dat deze zorg alleen in het MCL moet plaatsvinden. Het zou voor de patiënt goed zijn als de zorg op meer locaties in Fryslân zo wordt georganiseerd. Welke locaties dat zouden moeten zijn, is niet aan mij om te zeggen.”